NAP Maaiveldhoogte
Maaiveldlijn weergeven
RXG weergeven
Beleidslijnen weergeven
Filterstelling weergeven
Peilbuis kiezen
Na het selecteren van de peilbuis op de kaart of via het navigatiemenu ziet u onderaan de kaart een kader met daarin 3 tabbladen en een legenda, waarin informatie over de peilbuis is opgenomen.
Onderstaand geven we per tabblad aan welke informatie is opgenomen:
1) Tabblad Grafiek met daarin;
a) de grondwaterstand met een helder verschil tussen gevalideerde (groen) en niet gevalideerde data (grijs),
b) het normpeil volgens het gemeentelijk grondwaterbeleid
c) de grondwaterstand in een geselecteerde periode met de geselecteerde grafiek opties (maaiveld, NAP, RxG, filterstelling). De periode is schaalbaar middels scrollen met de muis op de grafiek.
d) onder de grondwaterstandgrafiek vindt u de KNMI-neerslaginformatie uit dichtstbijzijnde KNMI-meteostation of KNMI-neerslagstation met dezelfde geselecteerde periode
e) een groene CSV-knop voor het naar Excel downloaden van de meetgegevens van de peilbuis
f) een PDF-knop voor afdrukken van de grafiek met grondwaterstanden en neerslag
2) Tabblad Gegevens, met daarin de vaste kenmerken van een peilbuis en waarnemingsgegevens:
a) Peilbuis: Adres, BRO-code, maaiveldhoogte, filterstelling en –lengte, XY-coördinaten, NAP-hoogte maaiveld en peilbuiskop, peilbuisdiepte
b) Waarnemingsgegevens: zoals startdatum van de metingen, datum van de laatste meting, de hoogste en laagste grondwaterstand vanaf de startdatum en de RxG-waarden
3) Tabblad Grondwaterstandsverloop, met daarin;
• In de grafiek is het verloop van de grondwaterstand van de afgelopen jaren door middel van een RODE LIJN weergegeven.
• Het gaat hier om de diepte (in cm) van de grondwaterstand onder maaiveld.
• Op de horizontale as is één kalenderjaar weergegeven.
Beschrijving van de figuur
• In de figuur is een brede tweekleurige band aangegeven. Deze band markeert de zone waarbinnen de grondwaterstand op deze locatie meestal fluctueert.
• De grijze band geeft de zone aan waarbinnen de grondwaterstand tussen de 10 en 90% van de tijd fluctueert.
• De bovenste lijn van de grijze band is hierbij de situatie die in 90% van de waarnemingen op die datum wordt overschreden. Dat wil zeggen in 9 van de 10 gevallen is de waargenomen grondwaterstand op die datum dieper.
• De onderste lijn van de grijze band geeft de grondwaterstand aan die op die datum in 10% van de waarnemingen wordt overschreden. Dat wil zeggen dat 1 van de 10 waarnemingen uit het verleden op die datum een diepere grondwaterstand hadden.
• De blauwe band geeft het gebied aan waarbinnen de grondwaterstand varieert tussen de 25% en 75% van de waarnemingen.
• De dunne lijn in het midden is de gemiddelde grondwaterstand.
Periode selecteren
a) voor de gebruiker een vrij in te stellen periode of via
b) voorgeprogrammeerde vaste periode buttons (dag, week, maand, jaar, 3 jaar, 10 jaar)
Grafiekopties
a) tonen van de grondwaterstand t.o.v. NAP of maaiveld
b) aan-/uitzetten van de maaiveldlijn in meter minus maaiveld of t.o.v. NAP
c) aan-/uitzetten van de RxG-lijnen voor de Representatieve Hoogste en Laagste grondwaterstands-waarnemingen.
d) Grondwaterstand. Een hulplijn voor de toetsing aan het grondwaterbeleid (minimum, maximum)
e) De filterstelling, de plek van het gefilterde deel van een peilbuis welke in de bodemlaag staat welke bemeten moet worden. Een juiste filterstelling t.o.v. de bodemopbouw is noodzakelijk om de juiste meetwaarden te verkrijgen.
Meer weten?
Klik hier voor uitleg over verschillende bodemsamenstellingen.